Live Muziek   Bands Nationaal      De Dijk
foto1
 

De Dijk

Aantal sets: 1x90 minuten

Beschrijving

De eerste That’s Soul-verzamelelpee van Atlantic was veruit de populairste plaat op klassenfeesten van mijn middelbare school. ‘Dou you like good music? Yeah,yeah!’ Met tien, twaalf jongens stonden we naast elkaar in onze broeken met wijde pijpen synchroon danspassen te maken. ‘Keep Looking’ zong Solomon Burke. 

 
Zo’n veertig jaar later, op 5 juli 2007, is er een telefoontje naar het Dijk-kantoor. Of De Dijk ervoor voelt als Solomon Burke de komende zaterdag een paar nummers komt meezingen bij hun optreden in de Heineken Music Hall. Solomon Burke? Van wie we de geweldige cd Don’t Give Up On Me dan al twee jaar grijs draaien in de auto op de terugweg van optredens? Die Solomon Burke? Met ons?
 
Twee dagen later, op 7 juli 2007, spelen we twee nummers met de grootste nog levende soulman Solomon Burke, King of Rock & Soul. De Dijk uit Amsterdam staat op het podium met een zanger die alle grote mannen en vrouwen uit de hoogtijdagen van de soul heeft meegemaakt als soul brother, vriend en collega. Solomon Burke zingt, door ons begeleid, ‘Don’t Give Up On Me’ en zijn grote hit ‘Everybody Needs Somebody’. Aan het einde van zijn optreden roept hij het publiek toe: ‘De Dijk rocks!’ Als hij niet de volgende dag vroeg naar Italië had moeten afreizen, was hij graag na afloop nog even gebleven als onze very special guest, liet hij onze manager Jantien weten. En hij verzekerde haar dat die avond het begin was van iets geweldigs. ‘We’re gonna make an album together!’
 
De weken daarna hebben we een goed verhaal als ons gevraagd wordt hoe het met De Dijk gaat. We hebben met Solomon Burke gespeeld. Solomon Burke wil met ons een cd opnemen! We maken ons natuurlijk geen illusies, want we zijn inmiddels bekend met de vluchtigheid van toezeggingen in de muziekwereld. Maar Solomon houdt contact. Zijn we onderweg, wordt JB gebeld.
‘This is Doctor Solomon Burke speaking. Hello my friend. How’s the wife? How’s the family? You’re touring? Well ,we’re in London, waiting for the show tonight. With… with ehm… wait a second. Honey, what’s the name of that band we’re playing with? … Okay… Led Zeppelin!’
Of hij belt met een idee voor een song. ‘I’ve got this great idea!’ Het is eind 2007, de gewone mensen belanden onder Bush als president in steeds ellendiger omstandigheden. Het is genoeg geweest. ‘Enough Is Enough!’. Solomon zingt de drums en de baspartij voor, doet er blazers bij. ‘You hear what I mean?’ Dat moeten we samen opnemen: ‘Enough Is Enough’. De wereld moet het weten. Na zo’n gesprek speel je toch anders op het Schanspopfestival in de feesttent te Siddeburen.
 
Voorjaar 2008 maken we met De Dijk in de ICP Studios opnames voor de cd die Brussel zal gaan heten. Bij platenmaatschappij Universal is men enthousiast over de resultaten. Alleen zouden ze graag nog iets bijzonders op de cd hebben, iets waarvan de mensen zullen opkijken. Wij hebben wel een idee…
Op 8 juni 2008 reizen Antonie en JB met de basisopnames van ‘Het moet en het zal’ naar de Castle Oaks Studios in Los Angeles. Daar staat de witte piano waarop ‘Imagine’ van John Lennon is gespeeld. Solomon zingt op hartstochtelijke wijze ‘Enough Is Enough’, zijn aandeel in ons duet. 
Op 13 juli 2008 bezoeken mijn vrouw Teuntje en ik het Rhythm ’n’ Bluesfestival te Peer in België om de single van ‘Enough Is Enough/Het moet en het zal’ aan Solomon te overhandigen. Zijn manager Jane brengt ons naar zijn kleedkamer.
‘Hello, my dear friend. And this is your beautiful wife?’ Solomon stelt ons voor aan zijn vriend Jools Holland, die ook op het festival speelt. ‘Now Jools, listen to this.’ We spelen de single af op een meegebrachte gettoblaster. Solomon straalt. Jools Holland tapt de maat mee met zijn rechtervoet. Hij draagt zwartrode two-toneschoenen, ik zwartwitte. We moeten grinniken. Jools belooft het nummer te draaien in zijn bbc-radioprogramma. De Dijk in duet met Solomon Burke op de bbc, kan het nog mooier? 
 
Op donderdag 28 augustus 2008 vieren we de release van het album Brussel met een optreden in de Melkweg te Amsterdam. Frits Spits overhandigt ons na een lovende toespraak het eerste exemplaar.
Op 9 december 2008 wordt het zestigjarige bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens gevierd met een speciaal Amnesty-programma in Carré. Solomon Burke is overgekomen om samen met ons ‘None of Us Are Free’ en ‘Enough Is Enough’ te zingen. Na afloop krijgen we uit zijn handen een gouden plaat voor Brussel. Hij benadrukt dat dit slechts het begin is van nog veel mooiere dingen. In het dankwoord breng ik in herinnering hoe een toevallige samenloop van omstandigheden ons bij elkaar bracht en anderhalf jaar later zelfs resulteert in een gouden cd. Solomon wil van geen toeval weten. ‘It’s all in God’s hands…’
 
In januari 2009 krijgen we met De Dijk tijdens het muziekfestival Noorderslag, de Popprijs 2008.
Op 22 mei 2009 staat zowel De Dijk als Solomon Burke geprogrammeerd op The Hague Jazz Festival, op hetzelfde podium. Dat vraagt erom samen onze hit ‘Enough Is Enough’ te brengen. Solomon volgt ons hele optreden vanuit de coulissen.
‘You’ve got such great songs. We definitely should make an album together!’
Op de terugweg hebben we het er weer over. Het is Solomon dus echt menens. Hij wil werkelijk een cd met ons maken. En wij willen ook. Dolgraag. Maar wat gaan we dan doen? Covers opnemen? Samen nieuwe nummers schrijven in het Engels? Een bizarre dubplaat maken? Wat kunnen wij met Solomon? Wij kunnen vooral enorm goed De Dijk zijn. ’s Nachts thuis begint het me te dagen. 
Een week later, op 29 mei 2009, gaan Antonie, JB en ik naar het SAS Radisson Hotel bij Schiphol. Als een vorst zetelt Solomon in de lobby met Jane en kleindochter Sophia aan zijn zijde. Hij laat drankjes brengen, informeert naar de vrouwen, de kinderen. We willen iets met hem te bespreken. Oppert hij niet telkens dat we samen een cd zouden moeten maken? Welnu, we hebben een plan. We maken een selectie van Dijk-liedjes die ons geknipt lijken om door hem te worden gezongen, en laten die vertalen. Die songs nemen we opnieuw op, met De Dijk als band en Solomon als zanger.
‘You know what, guys?’ Solomon kijkt ons een voor een indringend aan. Hij neemt zijn tijd. ‘You know what? I think it’s a great plan. Let’s do it! And let’s do it quick!’ Er zal een hoop moeten worden geregeld: een tijd prikken, een studio boeken, sluitende afspraken maken met de platenmaatschappij, een selectie maken, de keuzes over en weer mailen, overleggen. Veel werk, maar Solomon schetst ons al hoe goed die cd gaat worden. Hoeveel we ervan gaan verkopen. We zullen samen door Europa toeren, hij haalt ons naar Amerika en daar worden we volgens hem rijk en beroemd.
‘But the most important thing…’ – en weer laat hij een plechtige stilte vallen – ‘Let’s have a lot of fun!’
 
Zolang als De Dijk bestaat zijn er pogingen ondernomen om de liedteksten in het Engels te vertalen. Die pogingen liepen steeds op niets uit, want steeds bleek dan de essentie weg. De geest die door het oorspronkelijke lied waart, die niet in woorden wordt uitgedrukt maar voelbaar tussen de regels zweeft, is verdwenen. De avond na ons gesprek met Solomon in het SAS Radisson Hotel kom ik thuis van een optreden en is er mail van Wanda. Zij doet sinds jaar en dag de boekingen voor De Dijk en is van alles op de hoogte. Wanda schrijft dat ze die avond bij Wouter Planteijdt en zijn vrouw at en over onze plannen had verteld. Wouter was van tafel opgestaan om wat te proberen. Het resultaat stuurt ze mee: Wouters vertaling van ‘Als ze er niet is’. Plus een mp3’tje met een demo, waarop hij het nummer op gitaar speelt en zijn Engelse versie zingt. Opeens blijkt dat het kan. Wouter heeft de sleutel gevonden, door de teksten niet op papier, maar zingend over te zetten in het Engels. We vragen hem de Dijk-teksten voor de Solomon-cd te vertalen.
 
In de laatste week van oktober 2009 gaat het werkelijk gebeuren. Na alle overleg, via mail en telefoon, van ons, van het management en de platenmaatschappij, met elkaar, met de studio, na alle geregel over contracten en clausules, na de afspraken over vliegtickets en aankomsttijden, verblijf en vervoer ter plekke, na alle afspraken over financiën en lievelingseten, rookvrij werken en budgetbewaking, over toonsoort en wat niet al, gaat het er eindelijk van komen en kunnen we muziek gaan maken. 
Op donderdagavond 22 oktober 2009 strijken we met De Dijk opnieuw neer in de ICP Studios, waar iedereen al net zo opgetogen is over Solomons komst als wij. De vrijdag benutten JB en technicus Michel Dierickx om een opstelling te maken waarbij iedereen elkaar kan zien en horen. Met de microfoon van Solomon in het midden. Ik zal niet meezingen. Ik ben, naast Antonie en JB, een van de producers en ga Solomon door de liedjes loodsen, het Solomon naar de zin maken. Zorgen dat hij zo ontspannen mogelijk kan werken. Ik fiets rond zevenen ’s avonds naar Hotel Bloom!, waar Solomon met Jane en jongste dochter Candy die ochtend zijn intrek heeft genomen. Om hen te verwelkomen heb ik cadeautjes meegenomen: bonbons voor de meisjes en een Italiaanse zijden stropdas voor Solomon. Tijdens het eten in het restaurant beneden dist Solomon geweldige verhalen op over optredens op Italiaanse dorpsfeesten met ‘food so fantastic that it made you cry’. En dat hij daar een duet zong met een bisschop, een soort minister van Cultuur van het Vaticaan, die ook nog eens geweldig sologitaar speelde. We maken het niet laat, want er staat ons de komende dagen nog een hoop te doen.
 
John Hastry, de baas van de ICP Studios, houdt zaterdags rond het afgesproken tijdstip angstvallig de voordeur in de gaten. Even voor enen arriveert Solomon met de taxi, met Jane en Candy. Solomon pakt onmiddellijk iedereen in met zijn charme. Zo’n mooie studio heeft hij nog nooit gezien. ‘I feel a lot of love in here.’
Hij wil meteen aan het werk. ‘My Rose Saved From the Street’. We laten Solomon de opname horen die we de avond ervoor hebben ingespeeld. Ik sta naast hem in de studio om de inzetten aan te geven. Hij luistert, kijkt naar de tekst, probeert wat. ‘One more time.’ Het gaat niet vanzelf. ‘We’ve got five more days, haven't we?’
Na vier uur staat er een zin voor zin opgenomen take op de band die ermee doorkan. ‘We’ve got to get used to each other. This is gonna be great.’
Productioneel overleg. We gaan ‘Hold On Tight’ doen, een nummer dat meer in Solomons idioom ligt. Hij moet zich op zijn gemak gaan voelen. De band speelt de basis in. Ik neem op gitaar het nummer met hem door. Ik zing het voor, hij luistert, staart naar de tekst, verandert af en toe een zinnetje, een woordje. ‘I wanna sing it.’
En dan voltrekt zich het wonder. Opeens is daar een stem, die ik ken uit mijn jeugd, die van eenvoudige noten en woorden muziek aan het maken is. In het hier en nu. Er gaat iets extra's meetrillen. Dit is niet uitvoeren, maar vervoeren. Een geweldige take. ‘Zullen we het nog een keer doen, met zijn allen, live?’ stelt Antonie voor. ‘Why not? Let's have fun!’
De jongens spelen een geweldige versie, ingetogen, soepel, spannend tot het eind. Solomon zingt nog vrijer, in de outro improviseert hij als een voodootovenaar. Hij wil door. We spelen ‘What A Woman’. Ik zing de Engelse versie voor, hij luistert, staart naar op de tekst. Dan: ‘Let’s record.’
Ongelofelijk. Hij luistert twee, drie keer naar het nummer. Gaat op het perron staan. De trein van de muziek rolt het station binnen, hij wacht, en wacht en wacht. Dan springt hij op de trein die uit tegenovergestelde richting op het andere spoor langs het perron dendert en komt goed terecht. In een eersteklascoupé. Twee takes live met zijn allen en we zijn er.
Het is halfacht van dag één: twee songs klaar, eentje half. Solomon kan zijn verhalen gaan vertellen, grappen maken, complimenten uitdelen, zijn fantasieën over onze gemeenschappelijke grootse toekomst de vrije loop laten. Candy laat me intussen weten dat ze toch maar liever de taxi laat komen. Kunnen ze het avondeten meenemen naar het hotel? Alles kan.
Zo zal het al die prachtige en spannende dagen gaan. Dagen die ik beschouw als mijn meest enerverende muzikale ervaring ooit. Ik sta naast Solomon als hij zijn vocale wonderen verricht. Met liefde en met trots, want het zijn onze Dijk-liedjes, met mijn teksten, vertolkt door een man die onze muziek laat klinken over nooit besefte grenzen heen. Ik sta naast hem, weer in mijn broek met wijde pijpen, die mijn moeder zelf heeft genaaid uit een lap van de markt, omdat we geen geld hadden voor hippe broeken uit een boetiek.
 
Het is dinsdag 27 oktober 2009, de vierde van de zes opnamedagen. We schieten flink op. We hebben al twaalf van onze vijftien vertaalde nummers opgenomen als we ‘Dansen op de vulkaan’ in een liveversie laten horen. 
Solomon reageert: ‘This is your monster hit. You should keep it for yourselves.’
Geen probleem, we hebben ‘Onderuit’ nog, vertaald als ‘Losing ground’. ‘Dying in her arms. Dying and rising from the dead with a smile’.
Solomon: ‘Great song. But I can't sing it. I never sing about dying. I'm a minister, a mortician. I'm an optimistic man. Great song. But I don't sing about death nor dying. Never done.’ Daarmee vervalt ook ‘Nobody In Town’, want in ‘Niemand in de stad’ gaan heel wat vrienden dood. Wat nu? Even weten we het niet. ‘You do Christmas songs? Candy, bring the bag with Christmas songs!’ We leggen uit dat kerstliedjes in Nederland het werkterrein zijn van een slag artiesten bij wie wij ons niet thuis voelen. ‘Christmas songs are huge in America!’ We doen geen Christmas songs. ‘You guys do holiday songs? Candy!’
Dan begint Pim op een gitaar doodgemoedereerd ‘Stampvol café’ te spelen. Ik zing mee. Solomon wil weten waar het lied over gaat. Pim zet ‘Laaiend vuur’ in. Iedereen heeft een instrument gepakt. Nico neemt de gitaar over. Pim pakt zijn accordeon, Antonie trommelt op een stoel. ‘Great song. What's it about?’ We doen ‘Groot hart’, met Roland op sax, Peter zacht op trompet, Hans akoestische bas, JB op mandoline. Solomon glundert: ‘Monster hit!’ En dan, in een kring om Solomon heen, spelen we ‘Zevende hemel’. ‘What’s this? Beautiful! What's it about?’ Ik leg uit. ‘Play it again!’
Solomon luistert met zijn ogen dicht, wiegt mee en klapt als we klaar zijn.
‘I wanna record this song,’ zegt hij. Met tranen in zijn ogen, vanwege zijn vrienden die hier bij hadden moeten zijn. En hij noemt de namen van Otis Redding, van Jackie Wilson, van Wilson Pickett – die hadden moeten meemaken hoe hij en een stelletje blanke jongens uit Holland samen muziek aan het maken zijn. We bellen Wouter om een spoedvertaling van ‘Zevende hemel’. 
 
De dag erop zingt Solomon ‘My Rose Saved From The Street’ opnieuw in, een prachtige, kwetsbare versie. Vervolgens zetten we onder aanvoering van JB het nieuwe nummer ‘Text Me’ in elkaar. En donderdag 29 oktober 2009, de laatste van deze grootse opnamedagen, zingt Solomon ‘Seventh Heaven’: ‘Gather round my friends, have a drink and tell me your ancient stories. Make them strong, no guts, no glory…. this is seventh heaven. It all comes down to love.’







Prominent Entertainment
Kerkstraat 16
4664 BR Lepelstraat
Telefoon +31 (0)164-688004
Gsm +31 (0)653-926892
Fax +31 (0)84-8700110
Email: info@prominententertainment.nl




Rabobank: 3061.39.871
IBAN: NL40 RABO 0306139871
BIC:: RABO NL 2U
KVK Breda 20070260
BTW.nr: NL1163.68.226.B01
Loonbel. Nr. 1163.68.226.L01/L02/L03